I see a blanket and I want to paint it black

Gepubliceerd op 21 april 2021 om 10:00

Om echt unieke bedrijfskleding te kunnen realiseren, moet er wel  geëxperimenteerd worden. Na de opdrachten van afgelopen jaar beginnen we er steeds minder van op te kijken dat onze experimenten weleens uit de hand kunnen lopen. Zoals hier bij het proces om oude wollen dekens te verwerken tot zwart vilt. 

Het leek ons leuk om dit proces met jullie te delen en in onze blog voor te schotelen: bon appetit!

We willen graag iets vertellen over het verfproces in ons project voor Evermore koffie en thee. Evermore is een niet te missen plek aan de kade van de Coolhaven waar je de meest uiteenlopende koffies, thee’s en chocolade kunt halen, maar ook alles kunt vinden om het perfect klaar te maken. Het is opgezet en wordt gerund door de familie Pieters: Lowik, Aito, Eline en Ian.

Toen we op de Oogstmarkt in Rotterdam Noord achter onze Peloris kraam stonden, kwam Eline naar ons toe met een bedrijfskleding vraag. Een tijdje later mochten we ons Peloris proces op de Evermore familie loslaten. Uit meerdere bakjes koffie en de analyse volgde het idee voor een zwart, mouwloos vest. Stoer en netjes, maar toch met een vriendelijke uitstraling. Zowel voor binnen als buiten voor tijdens de bezorging.

Tijdens onze zoektocht naar een restmateriaal gingen we op zoek naar deze uitstraling. Ons eerste perron was bij gerecycled vilt, gemaakt van oude werkkleding. Een bedrijf wat dit erg mooi doet is I-did in Den Haag. Vilt is heerlijk warm, zo goed als winddicht en ziet er mooi degelijk uit, ideaal voor een bodywarmer/vest voor zowel binnen als buiten.
We waren wel van mening dat we wellicht recycling nog een stap voor konden zijn binnen dit project. Zo kwamen we op het idee om de shredding-stap voor te zijn en alleen de vilt-stap uit te voeren. Als we nou eens oude dekens die we vinden op marktplaats te heet wassen, krijg je dan niet ook vilt? Google confirmed: met veel zeep, 100% wollen dekens en eventueel wat tennisballen erbij in de wasmachine, kan je zelf heel makkelijk vilt maken. Dan kunnen we ze vast tegelijkertijd even zwart verven, en dan hebben we ons eigen wolvilt.

Het materiaalproefje zag er uitstekend uit, dus zo gezegd zo gedaan. Met verzamelde dekens uit Krimpen, Katwijk en Schipluiden gingen we aan de slag. Vanzelfsprekend stuitten we op wat issues omtrent upcycling, reststromen en natuurlijke materialen:

Issue #1: nothing is the same. 

Elke deken die we vonden was weer anders. De een had niet zoveel zin om te krimpen (vreemd genoeg was dat de deken uit het dorpje Krimpen, hehe), de ander bleek niet 100% wol te zijn (foei, label, foei), en de mix deken van schaap- en alpaca-wol wilde niet graag zwart geverfd worden.

Issue #2: zwart is de kleur van de eco-hel.

Zoals Lowik ons hier al op wees van de week: zwart was vroeger de meest luxe kleur die je kon hebben voor je kleding. Hoezo? Vroeger was er heel veel kennis over kleuren met natuurlijk pigment. Zwart verven met natuurlijk pigment is tijdrovend, kost veel grondstoffen en is heel arbeidsintensief, vergeleken met bijvoorbeeld een vrolijk geel tintje. 

Bij Peloris hebben we dit ook geprobeerd naar recept van het textielmuseum, met aluin, azijn, gefermenteerde walnootbolsters en roest. Al snel waren onze walnootbolsters op, en een klein stukje stof was nog niet eens beige. We moesten maar wachten tot het volgende walnootbolster seizoen. Jammer genoeg was het winter, dus de herfst ging nog wel even duren.
In het kader van bedrijvigheid, stapten we over op de standaard moderne textielverf. Simplicol. De grootste ecologische overweging bij verven is de hoeveelheid water die gebruikt moet worden en de staat van het afvalwater. Verven kost sowieso veel water, daar kom je moeilijk omheen. Verder wordt er bij de meeste chemische verven beweerd dat het niet echt schadelijk voor levende organismen is. Het schijnt niet zozeer heel giftig te zijn, maar met name de donkere kleur zorgt ervoor dat licht moeilijker door water schijnt, hierdoor wordt het moeilijker voor sommige planten en dier om.. te leven. Behalve voor de diepe onderwaterwereld waar alle mysterische donker-waterwezens leven, those are probably going to survive.

Concessies. We verwachtten dat voor 4 vesten de hoeveelheid verf en water wel te overzien was. We kochten een oude wasmachine op marktplaats, rolden deze op een hondje over de dijk van Hoogvliet, lieten hem een paar keer van het hondje afvallen op de rotonde, creëerden daardoor een mooie grote file voor de Spijkenisserbrug, en sloten hem aan in ons atelier. Door onze aansluit kunsten liep de afwatering via een wasbak het riool in. Tijdens het verven stonden we bij de afwatering te kijken en schrokken van de hoeveelheid zwart water die onze wasmachine uit stroomde tijdens het verfproces. Dit was niet wat we voor ogen hadden.
Hoe konden we nu minder water gebruiken? Toch maar met een verfbadje? Om een pan op juiste verf-temperatuur te houden moesten we hier de hele dag naast gaan staan, dat ging ook niet. De schoonmoeder van Piek had toevallig enthousiast het concept van een slowcooker uitgelegd, en deze kan heerlijk zuunig een pannetje op dezelfde temperatuur houden. Perfect, we moesten een slowcooker hebben. Zo konden we vele malen zuiniger omgaan met energie, water en verf.

Issue #3: After all, nothing is the same
Elk vest-paneel verfden we apart in een slowcooker. Elke deken was net wat anders en de concentratie van het hergebruikte verfbad was hierdoor ook niet te controleren. Het resultaat: elk paneel is net een beetje anders. Erg? Wij vinden van niet. Sommigen panelen zijn niet classic zwart als de nacht, maar wel zo zwart als heel diep gebrande koffie. Een kadootje van het proces!

 

Zoals Bob Ross zo mooi kan zeggen: a happy little accident.

 

En nu, na dit hele verf-avontuur, kunnen we niet wachten om de vesten in elkaar te zetten! En mochten we ooit weer iets zwarts gaan maken, gaan we op zoek naar een zwart schaapje.


« 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.